TopTechnisch woordenboekAdaptervermogen

Adaptervermogen

Elke netwerkadapter – afgezien van wezenlijke parameters als uitgangsspanning of stroomcapaciteit – beschikt over o.a. een parameter die aangeeft welk vermogen hij kan leveren aan het gevoede apparaat. Deze parameter wordt uitgedrukt in watts, genoemd naar de Britse ingenieur en uitvinder James Watt. Aangenomen wordt dat 1 W (watt) het vermogen is dat een apparaat verbruikt dat wordt gevoed met een stroom van 1 V (volt) bij een stroom van 1 A (ampère). De formule voor berekening van het vermogen ziet er als volgt uit:

 

P = U x I

 

Waarbij:
P – vermogen [W]
U – spanning [V]
I – stroom [A]

 

Met behulp van deze formule kan berekend worden (bij een bekende voedingsspanning en stroom) welk vermogen de betreffende ontvanger zal gebruiken, en daardoor kunt u dus een geschikte adapter selecteren. Op dezelfde manier kunt u bepalen over welk vermogen een bepaalde adapter beschikt. Het is voldoende om de maximale uitgangsstroom te vermenigvuldigen met de uitgangsspanning. Bijvoorbeeld de schakelende voeding: 12 V/5 A/P (afb. 1) die verkrijgbaar is bij Delta, heeft een uitgangsspanning van 12 V bij een stroomcapaciteit van 5 A. Volgens de formule bedraagt het uitgangsvermogen van deze adapter 60 W.

 

Afb. 1. Voorbeeld van een schakelende voeding 12 V/5 A/P, verkrijgbaar bij Delta

 

Van ontvangers en voedingen voor gelijkstroom wordt het vermogen opgegeven in watts (W) – van voedingen met een wisselspanning wordt het vermogen uitgedrukt in voltampères (VA). Omdat we hier te maken hebben met wisselstroom, namelijk een stroom waarvan de waarde in de loop van de tijd verandert, is het elektrische vermogen een complexe grootheid en worden werkelijk vermogen, blindvermogen en schijnbaar vermogen onderscheiden. Met name de laatste wordt uitgedrukt in voltampères.

 

Verder is ook de arbeidsfactor van belang. Deze omschrijft ieder apparaat dat wordt gevoed met wisselstroom. De arbeidsfactor is de verhouding tussen werkelijk vermogen (uitgedrukt in watts) en schijnbaar vermogen (uitgedrukt in voltampères).

 

Voor typische resistantieapparaten, bv. een gloeilamp of verwarmingselement, is deze factor dichtbij een. Er kan dus beweerd worden dat het werkelijk vermogen hetzelfde is als het schijnbaar vermogen. Echter, in het geval van andere apparaten met een capaciteits- of inductiekarakter, bv. condensators en motoren is de arbeidsfactor een stuk kleiner. Het kan gebeuren dat deze apparaten aanzienlijk meer stroom verbruiken dan de berekening op basis van de eerder vermelde vermogensformule suggereerde. Bij het ontwerpen van een elektrische installatie of de keuze van een geschikte wisselstroomadapter moet u hier dus rekening mee houden. Een voorbeeld van een dergelijk apparaat is de wisselstroomadapter TR-60VA (afb. 2), waarvan het uitgangsvermogen 60 VA bedraagt.

 

Afb. 2. Voorbeeld van een wisselstroomadapter uit het aanbod van Delta

 

Opgave van het werkelijk vermogen in watts en het schijnbaar vermogen in voltampères wordt ook toegepast bij de parameters van UPS-noodvoedingen. Zoals vermeld is het vermogen in watts en voltampères voor sommige elektrische toepassingen hetzelfde, echter in het geval van computerapparatuur zijn deze waarden verschillend.

 

Sommige producenten van UPS-voedingen vermelden in de parameters alleen de waarde van het schijnbaar vermogen, namelijk het vermogen dat is vermeld in voltampères, omdat deze aanzienlijk hoger is dan het werkelijk vermogen. De praktijk wijst uit dat in dat geval de vermogenswaarden van de UPS-voeding in watts 60% van de opgegeven waarde in voltampères bedraagt.

 

Onthoud dat in geen enkele adapter de waarde van het werkelijk vermogen of blindvermogen overschreden mag worden, omdat dit leidt tot onomkeerbare schade. Zorg ook voor juiste werkingsomstandigheden van het apparaat om oververhitting te voorkomen. Dit leidt zeker tot minder storingen van de adapter en zorgt voor een langere levensduur.